window.dojoRequire(["mojo/signup-forms/Loader"], function(L) { L.start({"baseUrl":"mc.us14.list-manage.com","uuid":"d528eee46ccddb19250f3fc2e","lid":"ba0b2b440b","uniqueMethods":true}) })
Bij het ontwikkelen van een digitale toets is het belangrijk om de juiste vraagvorm(en) te kiezen. De verschillende soorten vraagvormen zoals open en gesloten vragen, kennen we allemaal wel. Maar ook daarbinnen zijn er nog allerlei verschillende varianten denkbaar. Welke vraag je stelt is afhankelijk van welke kennis, inzichten en vaardigheden de kandidaat zich eigen moet maken. In deze blog duiken we in het nut en gebruik van verschillende gesloten vraagsoorten.
Bij open vragen ben je meer op zoek naar de mening of het verhaal dan wel de gedachtegang van de kandidaat. In het antwoord kan de kandidaat veel gedetailleerde informatie kwijt.
Bij het stellen van een gesloten vraag, zit het juiste antwoord tussen de antwoordmogelijkheden. Zo kun je heel gericht vragen stellen. Deze vraagvorm zet je in wanneer je op zoek bent naar een concreet antwoord. Deze vragen worden bij digitale toetsing automatisch nagekeken, wat een aanzienlijke tijdswinst oplevert. Zie tabel 1 voor een overzicht van alle verschillende gesloten vraagsoorten of bekijk voorbeelden van gesloten vragen.
Multiple choicevraag | Hotspotvraag enkelvoudig | Enkelvoudige invulvraag |
Multiple select vraag | Hotspotvraag meervoudig | Meervoudige invulvraag |
Keuzelijstvraag | Numerieke invulvraag | Rangschikvraag |
Sleepvraag | Matchingsvraag/Matrixvraag | Video-hotspotvraag |
Zie voor een korte toelichting op de verschillende gesloten vraagsoorten de tabel aan het einde van de blog.
Moet je perse verplicht allerlei vraagsoorten gebruiken om een interessant examen te maken? Nee, zeker niet! Kandidaten maakt het vaak niet veel uit als het examen in de ogen van de ontwikkelaar ‘saai’ is. Slagen gaat boven ‘leukheid’. Onderstaande punten zijn echter wel relevante redenen om aan het gebruik van verschillende vraagsoorten te beginnen.
Een rangschikvraag is bijvoorbeeld heel geschikt voor het juist aangeven van een volgorde in een stappenplan. Als je dat met een meerkeuzevraag moet meten, kost dat veel meer leeswerk en is het een hele puzzel. Daarnaast vang je de gokkans meer af. De kandidaat dient in onderstaand voorbeeld vier elementen op de goede plek te zetten. Dat gok je niet even bij elkaar.
Let wel op, want de vraagsoorten hoeven niet gelijkwaardig aan elkaar te zijn. De ene vraag kan veel uitgebreider zijn (met meer goede antwoorden), dan de andere vraag. De kansscores (zie: ‘Wat is een kansscore?’) liggen in dat geval uiteen. Toch wil je dat iedere kandidaat een vergelijkbaar examen krijgt en zodoende evenveel kans heeft om het examen te halen. Lastig als je de vraagsoorten door elkaar in een examen of itembank wil gebruiken. Dit los je op door vragen te maken met niet al te veel opties. Dat zorgt ook nog eens dat de benodigde tijd per vraag niet te ver uiteenloopt en de objectiviteit gewaarborgd blijft. Stel daarvoor ook normen op per vraagvorm; hoeveel alternatieven mogen er maximaal zijn? Is er ook een minimum?
Om de gelijkwaardigheid van vragen nog verder te bevorderen, kun je ervoor kiezen om gedeeltelijk scoren in te zetten. Hierbij hoeft de kandidaat niet de hele vraag goed te hebben om punten te kunnen halen. Een deel van het maximaal te behalen punten kan worden behaald door een deels goed antwoord te geven.
De kansscore is de score die een kandidaat kan halen, als hij het goede antwoord wel raadt/gokt, maar eigenlijk niet weet. Als het ware krijgt de kandidaat deze score ‘cadeau’. Bij gesloten vragen is de kansscore groter dan 0. Bij meerkeuzevragen met vier alternatieven is deze 0,25% en met drie alternatieven 0,33% van het totaal aantal punten voor de betreffende vraag. Bij een vraag waarmee je 1 punt kunt halen, is dan de kansscore 0,25 resp. 0,33 punt.
Ook enthousiast geworden over het gebruik van verschillende vraagsoorten en de gelijkwaardigheid van vragen? Zie onderstaande tabel voor een compleet overzicht van verschillende (digitale) vraagvormen. Wil je meer weten? Neem dan contact met ons op.
Hier moet één antwoord geselecteerd worden uit aangeboden antwoorden.
Hier kunnen uit de aangeboden opties meerdere antwoorden geselecteerd worden.
Hier moet één antwoord geselecteerd worden uit aangeboden antwoorden. In een tekstfragment zijn pull-down menu’s opgenomen, waaruit de kandidaat het juiste antwoord kiest.
Hier moet één antwoord geselecteerd worden uit aangeboden antwoorden. Er kan een antwoord worden ingevoerd door op de juiste locatie binnen de afbeelding te klikken, daar verschijnt dan een pijltje. Voorbeelden toepassing: geografie, begrip van foto’s en illustraties over een bepaald onderwerp.
Hier kunnen meerdere antwoorden worden ingevoerd door op de juiste locaties binnen de afbeelding te klikken. Voorbeelden toepassing: geografie, begrip van foto’s en illustraties over een bepaald onderwerp.
Hier moet één antwoord geselecteerd worden uit aangeboden antwoorden. Deze vraagsoort bevat een filmpje waar op het juiste moment geklikt moet worden. Voorbeelden toepassing: duiden moment in een gesprek, aanwijzen moment waarop er iets bijzonders gebeurt of iets misgaat.
Hier moet één antwoord geselecteerd worden uit aangeboden antwoorden. De antwoordmogelijkheden (tekst of plaatjes) moeten in een juiste volgorde gezet worden. Voorbeelden toepassing: methoden, technieken, procedures.
Objecten (tekst of plaatjes) moeten op de juiste plaatsen binnen een afbeelding of tabel worden gesleept. Voorbeelden toepassing: namen van bloemen bij plaatjes van bloemen, wat hoort bij wat.
Deze vraag bestaat uit een aantal rijen en kolommen, waarbij de student in de juiste rij/kolom kruisjes zet. Voorbeeld toepassing: van elk begrip de aan- of afwezigheid van een bepaald kenmerk aangeven.
Hier moet één antwoord geselecteerd worden uit aangeboden antwoorden. Er kan een antwoord ingevoerd worden in de vorm van een getal. Voorbeeld toepassing: berekenen hypotheekrente, omzetbelasting, winst.
Hier moet één antwoord geselecteerd worden uit aangeboden antwoorden. In het invoerveld kan een antwoord ingegeven worden, in de vorm van een korte tekst of een enkel woord. Voorbeeld toepassing: vragen waarbij het juiste antwoord een open deur zou zijn, zou het in een meerkeuzevraag staan.
Hier moet één antwoord geselecteerd worden uit aangeboden antwoorden. Er kunnen meerdere antwoorden ingevoerd worden in de aangeboden invoervelden, zowel tekstueel als numeriek. Voorbeelden toepassing: vragen waarbij het juiste antwoord een open deur zou zijn, zou het in een meerkeuzevraag staan, berekeningen.
Je kunt gesloten vragen dus via allerlei vraagsoorten stellen. Hieronder zie je voorbeelden van gesloten vragen. De vragen gaan over de inhoud van dit artikel:
Bel dan naar 013 – 528 63 63 of vul ons contactformulier in.