Als je een goede toets wilt maken zijn statistische analyses essentieel. Een van de statistische maten die iets zegt over een examenvraag is de rit-waarde. Maar wat is een rit-waarde precies? En hoe past een rit-waarde in het proces van digitale toetsing?
Ondanks dat we rit-waarde in kleine letters schrijven, is het eigenlijk een acroniem/letterwoord. RIT staat namelijk voor:
In toetstechnisch jargon betekent de rit-waarde: de correlatie (r) tussen de itemscore (i) en de totaalscore (t).
Een rit-waarde geeft aan hoe goed het item afzonderlijk, hetzelfde meet als de toets in het geheel. Oftewel hoe goed het betreffende item in de toets past. De rit-waarde laat zien hoe het item verschil maakt tussen kandidaten met hoge scores op de toets en kandidaten met lage scores op de toets. Daarmee geeft de rit-waarde het onderscheidend vermogen van het item aan.
Als je de p-waarde (lees ook: wat is de p-waarde?) en de rit-waarde tegen elkaar uitzet in een grafiek, krijg je inzichtelijk welke items kritisch beoordeeld moeten worden. De items in de rode vlakken moeten in ieder geval onder de loep worden genomen worden. Het valt in onderstaande afbeelding op dat er erg veel makkelijke items zijn (hoge p-waarden).
De norm van een acceptabele rit-waarde loopt sterk uiteen. In de literatuur wordt over het algemeen de volgende normering aangehouden (Veldhuijzen, Goldebeld & Sanders, 1993). Als kanttekening geldt hierbij dat onderstaande normen slechts richtlijnen zijn die per situatie kunnen verschillen.
Wil je meer te weten komen over de rit-waarde of andere statistische gegevens die betrekking hebben op digitaal toetsen? Neem een kijkje in onze kennisbank. Je kunt je ook inschrijven voor onze nieuwsbrief of volg ons op LinkedIn om altijd op de hoogte te blijven over de ontwikkelingen in digitaal toetsen.