Statistische analyses helpen je een goede (digitale) toets te maken. Een van de statistische begrippen die je kunt gebruiken is de a-waarde. Maar wat is de a-waarde van een vraag precies? En welk nut heeft a-waarde bij een (digitale) toets?
De a-waarde is het percentage (of proportie) van de kandidaten dat kiest voor een afleider bij de vraag. Een meerkeuzevraag kent verschillende antwoordopties. Naast het goede antwoord, zijn er een aantal ‘afleiders’. Als hulpmiddel stelt de a-waarde je in staat stelt om de kwaliteit van de afleiders te meten. Zo heeft elke afleider in de toets zijn eigen a-waarde. Deze a-waarde staat voor welk deel van de kandidaten kiest voor deze afleider.
Er bestaat een slim ezelsbruggetje om te onthouden waar de a-waarde voor staat. Je kunt de A-waarde namelijk zien als de ‘Afleider-waarde’.
Een (digitale) summatieve toets heeft als doel om een eindoordeel te vellen. Als exameninstelling of opleidingsinstituut wil je kennis en inzichten uiteraard zo goed mogelijk meten. Zo wil je dat de uitslag van een toets een goede afspiegeling geeft van kandidaten die zich goed dan wel minder goed hebben voorbereid. Het is daarom verstandig om statistische gegevens op itemniveau te bekijken en te analyseren. Een handige statistische variabele is de a-waarde, die je inzicht geeft op itemniveau en je in staat stelt om de kwaliteit van items te verbeteren.
Stel dat je een examen hebt met 20 meerkeuzevragen. Dan kan het zijn dat niet iedere vraag toetstechnisch even sterk is. Door de a-waarde inzichtelijk te maken weet je welk percentage kandidaten kiest voor een afleider. Een voorbeeldvraag is als volgt:
Vraag: welke kleuren heeft het logo van Optimum Assessment?
Antwoord 3 is correct en vormt het ‘sleutelantwoord’. De overige antwoorden (1, 2 en 4) zijn afleiders. Stel dat uit de statistische analyses blijkt dat antwoordoptie A nauwelijks gekozen wordt door kandidaten. In dat geval vindt de antwoordoptie geen goede aansluiting bij de vraag.
Als gevolg hiervan neemt de kansscore toe. De kansscore is de score die een kandidaat kan halen, als hij het goede antwoord wel raadt/gokt, maar eigenlijk niet weet. Een item met een lage a-waarde draagt eraan bij dat je toets een minder goede afspiegeling geeft van het kennisniveau van jouw kandidaten. Je kunt in dat geval kiezen om de afleider te veranderen.
De a-waarde ligt tussen 0 en 1. Stel dat je één juiste antwoordoptie hebt die in de helft van de gevallen wordt gekozen door de examenkandidaten, dan bestaat er nog een waarde van 0,5 die verdeeld is tussen de afleiders. Je berekent een a-waarde dus altijd over antwoordopties.
Wil je meer te weten komen over de a-waarde of andere statistische gegevens die betrekking hebben op digitaal toetsen? Neem een kijkje in onze kennisbank. Je kunt je ook inschrijven voor onze nieuwsbrief of volg ons op LinkedIn om altijd op de hoogte te blijven over de ontwikkelingen in digitaal toetsen.