De populariteit van multimediale middelen in toetsen neemt toe. Maar heeft het gebruik van multimedia, zoals video- of audiofragmenten in toetsen eigenlijk wel meerwaarde? Of wordt het vooral ingezet om mee te gaan met de tijd en om ‘state of the art’ toetsen te creëren?
Als je multimedia alleen inzet omdat een toets leuk en modern moet zijn, schiet het zijn doel voorbij. Er is namelijk een andere, belangrijkere reden om multimedia in te zetten bij toetsing. Een kandidaat wil slagen en dus de opgaven goed begrijpen. Hier draagt het gebruik van multimedia direct aan bij.
Met multimediale toepassingen verbeter je simpelweg de kwaliteit van je toets. Dit lichten we toe aan de hand van een drietal toetstechnische kwaliteitscriteria:
Met behulp van foto’s, geluidsfragmenten en video’s verhoog je gemakkelijk de relevantie van een toetsvraag. Je dwingt allereerst de auteur om vragen te maken die rechtstreeks uit de beroepspraktijk komen. Als een vraag over een onderwerp gaat wat nauwelijks in de beroepspraktijk voorkomt, is hier hoogstwaarschijnlijk ook geen beeld- of geluidmateriaal van te vinden of te maken. Bovendien zorgt beeld- en/of geluidmateriaal voor herkenning bij de kandidaat. Dat draagt niet alleen bij aan het zelfvertrouwen van die kandidaat maar tegelijkertijd ook aan het imago en daarmee de acceptatie van de toets.
Op het gebied van efficiëntie biedt het gebruik van multimedia verreweg dé grootste meerwaarde als het gaat om een kwalitatief goede toetsing. Dit geldt voornamelijk bij het gebruik van videomateriaal. Het uitschrijven van een minuut aan videomateriaal levert minstens een A4 aan tekst op. Zonde van de tijd! Daarbij komt dat een kandidaat over het algemeen de vraag sneller begrijpt als er een filmpje wordt gebruikt in plaats van een geschreven casus. Dat is voor iedereen fijn, maar de meerwaarde is helemaal groot voor kandidaten die moeite hebben met flinke lappen tekst. Door het gebruik van filmfragmenten weet je in ieder geval zeker dat je het werkelijke begrip van de vakinhoud meet, en niet begrijpend lezen!
Toetsvragen worden veelvuldig ingeleid door een situatieschets in de vorm van een casusbeschrijving. Als je compleet en volledig wilt zijn bij het schrijven van zo’n casus, is het bijna onmogelijk om niet (een deel van) de essentie te verraden. Je moet namelijk zeer specifiek zijn in het verstrekken van informatie. Stel dat je toetst of een kandidaat begrijpt wat er misgaat in een gesprek. In dat geval is het erg lastig om een situatie dusdanig te omschrijven dat duidelijk is welke fout er in een gesprek wordt gemaakt, zonder expliciet te zijn. Alles wat je uitlegt kan een aanwijzing zijn voor het goede antwoord. Het omgekeerde is soms overigens ook aan de orde. Door vaag te blijven bestaat het risico dat de vraag multi-interpretabel is waardoor er discussie over het juiste antwoord kan ontstaan. De vraag is in dat niet meer objectief.
Samenvattend en ‘vrij’ vertaald zijn er een zestal voordelen aan het gebruik van multimedia bij digitaal toetsen:
Gezien het aantal voordelen is het goed om, als de software dat toelaat, multimedia in je toetsen toe te passen. Dit wordt zeker belangrijk als je een rijke beroepscontext wil uitleggen en niet het risico wil lopen onbedoeld het goede antwoord te verraden door het geven van te veel uitleg. Het belang van multimediale toetsing is nog groter voor kandidaten die moeite hebben met begrijpend lezen. Concluderend biedt multimedia dus een absolute meerwaarde, onder voorwaarde dat de toepassingen worden ingezet met oog op de kandidaat.