Vroeger werden toetsen veelal handmatig samengesteld. Tegenwoordig ligt het digitaal samenstellen van een toets wellicht meer voor de hand. Hierbij creëert de (slimme) software in een handomdraai een uitgebalanceerd examen en tegelijkertijd worden eventuele menselijke fouten geëlimineerd. Stel jij jouw toets al digitaal samen? Lees in deze blog meer over de voordelen van het digitaal samenstellen van een toets!
Bij het handmatig samenstellen van een toets bepaalt de toetsontwikkelaar of toetsconstructeur(s), met behulp van de toetsmatrijs, welke vragen in de toets komen. Hierbij is het uitgangspunt dat de ene toets gelijkwaardig is aan de volgende wanneer ze in principe hetzelfde toetsen. Daarnaast ligt het logischerwijs voor de hand dat belangrijke onderwerpen in elke toets terugkomen.
Deze aspecten maken het samenstellen van toetsen een arbeidsintensieve en foutgevoelige klus. Welke items (vragen) uiteindelijk in de toets komen blijft min of meer afhankelijk van de waardes en voorkeuren van de toetsontwikkelaar. Zelfs al wordt de toetsmatrijs gevolgd, kan het voorkomen dat sommige onderwerpen niet aan bod komen. Dat kan een toets onbedoeld voorspelbaar maken voor kandidaten en dat wil je ten alle tijden voorkomen.
Wanneer een toets digitaal wordt samengesteld dan wordt deze automatisch, op basis van verschillende criteria (betreffende onderwerp(en), aantal vragen, niveau van de vragen etc.) die overeenkomen met de toetsmatrijs, uit de database (itembank) getrokken. Deze criteria stel je vooraf in overleg op. Iedere toets heeft dan gegarandeerd dezelfde samenstelling. Het voordeel is dat je heel gemakkelijk fijnmazig (op het laagste niveau in de toetsmatrijs) kunt selecteren. De software doet immers het werk. De items in de bank moeten uiteraard wel vastgesteld en gecontroleerd zijn en passen in de toetsmatrijs.
Zie onderstaand schema voor een vereenvoudigd voorbeeld. Links staat de opbouw van de database en rechts staat het aantal vragen dat getrokken wordt. Het aantal vragen per onderwerp heeft een minimum (linker getal) en een maximum (rechter getal). De opbouw komt overeen met de structuur van de toetsmatrijs. Het aantal vragen komt tevens overeen met de toetsmatrijs en/of is een nadere verfijning daarvan. In onderstaand voorbeeld heeft iedere toets 16 vragen, dus minimaal 16 en maximaal 16. Alle onderwerpen en casussen maken deel uit van iedere getrokken toets. Ieder subonderwerp komt minimaal één keer aan bod. Daarnaast komen sommige subsubonderwerpen in iedere toets terug, in dit geval 1.1.3. De casussen gaan elk over een onderwerp A, B of C en bevatten, afhankelijk van het onderwerp, 3 of 4 vragen.
Het handmatig samenstellen van een toets betekent zoeken in (losse) bestanden om items te bekijken. Hierbij kan het gebeuren dat je per ongeluk het verkeerde item selecteert. Door te kiezen voor het digitaal samenstellen van een toets bespaar je dan ook niet alleen veel tijd, maar tegelijkertijd minimaliseer je de kans op fouten én borg je de objectiviteit in itemkeuze.
Bij het digitaal samenstellen van een toets kun je niet alleen zorgen dat bepaalde vragen, gezien het belang, in elke toets aan bod komen maar ook dat sommige vragen niet samen in één examen terecht mogen komen (uitsluiten). Bijvoorbeeld omdat ze overlap hebben of omdat de ene vraag het antwoord bevat op een andere vraag.
Met digitaal (automatisch) toetsen trekken uit een database kun je optimaal controle uitoefenen op een gewogen afname volgens de toetsmatrijs. Hierdoor zijn alle toetsen gegarandeerd vergelijkbaar en gelijkwaardig. Daarnaast vermindert het digitaal samenstellen van toetsen de kans op fouten én betekent het een aanzienlijke tijdsbesparing. Tot slot bevordert het ook nog de objectiviteit van de toets.
Wil jij weten welke functies Optimum Assessment Platform kent met betrekking tot het samenstellen van toetsen?