Ellipse

In 3 stappen naar een goede (digitale) praktijktoets

In 3 stappen naar een goede (digitale) praktijktoets

Naast de welbekende kennistoets is voor verschillende beroepsgroepen het erkennen en waarderen van vaardigheden van belang. Hiervoor wordt in toenemende mate gebruik gemaakt van (digitale) praktijktoetsen. Maar hoe zorg je ervoor dat er daadwerkelijk getoetst wordt wat er getoetst moet worden en hoe geef je zo’n praktijktoets vorm? In slechts 3 stappen helpen we je op weg naar een goede (digitale) praktijktoets.

1. Kern van het beroep

Kies voor een vaardigheid die tot de kern van het beroep behoort en maak hierover een praktijkcase. Zo is voor een secretaresse is de vaardigheid ‘plannen’ bijvoorbeeld essentieel. Deze zelfde vaardigheid is voor een andere beroepsbeoefenaar wellicht echter minder relevant.

2. Vereisten goed functioneren

Benoem enkele in de case te toetsen criteria die onderscheid maken in slecht en goed functionerende beroepsbeoefenaars. Waar zijn succesvolle mensen in jouw organisatie heel goed in? Wat leidt tot succes in het vakgebied? Denk bijvoorbeeld aan zorgvuldig handelen voor de boekhouder of klantgericht handelen voor de callcenter medewerker.

3. Gedragsbeschrijving

Als je deze criteria hebt beschreven, omschrijf dan bijbehorend gedrag op drie niveaus: onvoldoende, voldoende en goed. Wat doet een kandidaat minimaal goed om op dat criterium voldoende te scoren en wat doet hij als hij dat niveau niet haalt of het juist heel goed doet?

Enkele praktische tips voor de beschrijving:

  • Tip 1: Beschrijf de criteria niet te uitgebreid, beperk je tot de kern. Hoe handzamer hoe beter de kwaliteit van de beoordelingen en de onderlinge vergelijkbaarheid tussen de beoordelaars.
  • Tip 2: Ken niet te veel punten toe per onderdeel of criterium, dat zorgt mogelijk voor (grote) verschillen tussen beoordelaars. Hoe groot is de kans dat je bij de mogelijkheid om 20 punten toe te kennen ook werkelijk hetzelfde puntenaantal toewijst? Deze kans is met een scoring van bijvoorbeeld 0 (bij onvoldoende), 1 (bij voldoende) of 2 (bij goed) in ieder geval een stuk groter.
  • Tip 3: Wees bij het beoordelen niet te voorzichtig. Wijs beoordelaars op het feit dat het geven van een voldoende in plaats van een goed qua punten hetzelfde is als een onvoldoende in plaats van een voldoende. Tussen beide zit een verschil van één punt. Het kiezen van de gulden middenweg wil je zo veel mogelijk voorkomen.
Decor

Conclusie

Wil je meer weten over hoe je en goede (digitale) praktijktoets samenstelt? Neem contact met ons op, wij helpen je graag!